Zit ik vandaag in de bus, met N. in de kinderwagen. Dus we zitten in het midden, ik op een van die twee klapstoeltjes die overdwars geplaatst zijn en N. achteruit rijdend. De bus stopt niet zoals gebruikelijk bij het busstation, maar steekt de weg over en parkeert op een grote parkeerplaats bij het industrieterrein. Verwarring alom: moeten we er nou uit of niet? Wij kunnen blijven zitten, maar een meisje besluit er toch uit te moeten. Ze is nog jong, ik denk een jaar of dertien. Zo'n meisje dat nog niet goed weet of ze het wel leuk vind om een meisje te zijn. Heel slank, met vrij brede schouders onder een jongensachtig t-shirt. Een kort geknipt koppie en rooie wangen. Ze loopt nogal stoer, onelegant. Als ze uit is gestapt zie ik achter haar aan iets naar de grond fladderen. Ik denk een papiertje, een lijstje van het één of ander. Ze heeft het niet in de gaten.
Even later besluit een andere passagier om ook maar uit te stappen. Een jongen, beetje type fervent voetbal-fan. Inclusief bomberjack en kaalgeschoren hoofd. Hij stapt uit, ziet het papiertje op de grond liggen en raapt het op. Hij en ik zien tegelijk dat het een briefje van twintig euro is. Hij zegt niks, steekt het in zijn zak. En ik wéét van wie het is. Alle mensen staan nog te wachten op de parkeerplaats, er is nog geen bus vertrokken. De jongen kijkt wat naar de lucht. Het meisje kijkt strak voor zich uit. Ze heeft het nog steeds niet in de gaten.
En ik doe dus niets. Het is maar twintig euro. Ik zit daar met een kind in de kinderwagen, in de bus. Die jongen leek me niet erg aardig. Dat meisje schaamt zich waarschijnlijk dood als ik haar aanwijs en zeg dat het haar geld is. En toch zit het me dwars. Blijkbaar laat ik me meer leiden door mijn eerste indruk dan ik eigenlijk zou willen. Wat zou jij doen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten