maandag 11 juli 2011

nurse Ratched had vast ook gevoel



Laat niemand ooit denken dat er ook maar íets romantisch, spannend of leuk is aan de psychiatrie. Films als One flew over the Cuckoo's Nest proberen de (Amerikaanse) realiteit in een inrichting weer te geven, maar de gevoelens die er bij horen, met name bij het personeel, die kán je nu eenmaal niet filmen.
Eergisteren begon mijn dienst met een bezoek van vijfeneenhalf uur aan een cliënte met wie het niet goed gaat. Na heel hard werken was ze er om half tien 's avonds aan toe om naar de crisisopvang te gaan. Samen in onze auto, door de snel donker wordende binnenstad.
Eenmaal daar bleek het anders dan we hadden gedacht. Door een incident met een andere bezoeker was er niemand die ons te woord kon staan. Even later begon de overdracht van de nachtdienst, dus moesten we daar ook nog op wachten. Ondertussen werd cliënte steeds meer in de war. Uiteindelijk heb ik na een kort overleg met het personeel daar, haar achtergelaten.
Met een steen in mijn maag reed ik in het donker nog verkeerd ook. Eenmaal terug op kantoor moest ik even wat tranen laten.

De volgende ochtend, héél vroeg werd ik opgebeld door het crisiscentrum. Mevrouw wilde weer naar huis, of ik haar niet op kon komen halen? Eigenlijk niet, ik wist niet wat te doen: wij zijn helemaal niet toegerust voor psychotische cliënten. Toch maar weer de auto in. Halverwege werd ik gebeld: ze hadden mevrouw maar buiten gezet. Ze had hard om hulp staan roepen vanuit het raam, en was een medewerker aangevlogen toen ze niet naar buiten mocht.
Ik vond haar midden op een kruispunt. Gelukkig was het zondagochtend, dan is het in de slechte buurten van de stad nog stil. Ik deed het portier open, riep haar. Toen ze me zag begon ze te rennen, sprong in de auto en begon met gierende uithalen te snikken. Met mijn hand op haar knie reed ik terug naar kantoor. Wat nu.
De volgende uren waren vreselijk: ze vertelde dat ze bedwelmd was, geïnjecteerd met gif, dat ze afgeluisterd werd. Dat haar medicijnen waren verwisseld, dat ze hadden gezegd dat ik een hoer was en waarom ik haar daar had achtergelaten. Ze gooide afwisselend met asbakken of zat lethargisch op de bank. Ik heb gezegd dat ik naar de wc moest en heb de acute dienst gebeld. En gezegd dat ze zo snel mogelijk moesten komen, dat mevrouw absoluut moest worden opgenomen.
Na anderhalf uur kwam de psychiater met een verpleegkundige. Mevrouw keek naar mij, ik voelde me een verrader. Uiteindelijk is ze opgenomen, met een IBS.

En nu ben ik moe, zó moe. Blij en dankbaar met mijn man, mijn kind, mijn fijne jeugd, mijn ouders die gewoon, normaal van mijn broer en mij hielden. Ik sliep slecht, vannacht. Vanmorgen belde ik naar het werk: was er nog nieuws? Op slaapmedicatie had mevrouw in elk geval een nacht geslapen. Ik hoop voor haar dat ze weer beter wordt. Maar ik denk eigenlijk van niet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten